Vijf grootste fouten bij dakisolatie

Er kan heel wat verkeerd gaan tijdens het bouwen, dus bij het plaatsen van uw dakisolatie is dat niet anders. In onderstaande tekst brengen we de vijf grootste fouten aan het licht die te vermijden zijn bij het aanbrengen van isolatie in uw dak.

Fout 1: Luchtspouw tussen isolatie en onderdak

Het is onjuist dat er een open ruimte om te ventileren tussen uw dakisolatie en het onderdak gehouden moet worden. Door hier ruimte te creƫren, zult u veel problemen met vocht krijgen. Koude en vochtige buitenlucht komt zo binnen en condens krijgt op deze manier vrij spel. Vul daarom de plaats tussen uw onderdak en de damp- en luchtscherm volledig op. Dit is vanuit akoestisch en thermisch oogpunt gezien het beste.

Fout 2: Onvoldoende isolatie

Teveel isoleren bestaat niet. Er ontstaat geen schimmelvorming wanneer isolatie dik wordt aangebracht. Integendeel zelfs, schimmelvorming en condens ontstaan daar waar u ruimtes niet isoleert. Het is aan de raden om de dikte van de isolatie indien u met minerale wollen werkt, tussen de 12 cm en 20 cm te houden. Neem als uitgangspunt dat u materialen gebruikt die vandaag de dag bekend staan om hun uitstekende werking en maak daarnaast gebruik van de normen van de toekomst. Op deze wijze investeert u op een duurzame manier in uw woning. Het is mogelijk om een dubbele laag dakisolatie te plaatsen als de omvang van de kepers( de draagstructuur) dit niet toelaat. In dat geval plaatst u een structuur van houten latten haaks op het keperwerk, waartussen u de volgende laag dakisolatie aanbrengt.

Fout 3: Niet lucht- en dampdicht

Bij hellende daken is het van belang dat deze na het aanbrengen van dakisolatie dicht zijn voor damp en lucht. Bij openingen krijgt u condensvorming en mogelijk tocht. Dit is ventilatie dat u niet onder controle heeft, op deze manier zullen de energiekosten stijgen. Platen van gipskarton zijn luchtdicht, maar daarentegen laten zij vrij veel vocht door. Wanneer isolatieplaten niet luchtdicht zijn, zoals glaswol, dient u folie te plaatsen om de damp te remmen. Een voorbeeld hiervan is polyethyleenfolie met een dikte van 0,2 mm. Breng dit scherm tegen damp aan de onderzijde(de warme kant) aan. Gebruikt u spijkerflensdekens? Dan werkt de glanzende bekleding tegen damp.

Fout 4: Onderbreking van het isolatiemateriaal en het dampscherm

Er mag geen onderbreking van het dampscherm of isolatiemateriaal zijn. Het nauwkeurig afplakken van alle voegen voorkomt dit. Om ervoor te zorgen dat voor een leiding van elektriciteit niet de isolatie doorgeboord hoeft te worden, kunt u deze te midden van de dampremmende laag en binnenafwerking plaatsen. Inbouwspots zijn niet aan te raden als hiervoor het dampscherm en het isolatiemateriaal doorbroken moeten worden.

Fout 5: Isolatiedekens niet breed genoeg

Kies als u gaat isoleren met spijkerflensdekens bij een dak die hellend is en waarbij de afstanden te midden van de kepers gelijk zijn, voor dekens waarvan de breedte 1 of 2 centimeter meer is dan de ruimte tussen het aanwezige keperwerk. De dakisolatie moet volledig aansluiten bij de keperbreedte. Heel belangrijk: Niet de dampremmende laag of de flenzen niet tegen zijkant vast maar aan de onderkant van het hout. Een dakstructuur die onregelmatig is wordt over het algemeen van isolatie voorzien met materialen die u zelf op maat kunt snijden en vervolgens afwerkt met folie tegen de damp. Denk erom dat er geen ruimte overblijft te midden van het isolatiemateriaal en de kepers. De ruimte die zich tussen de bestaande kepers bevindt moet als u minerale wollen gebruikt, 1 of 2 cm minder zijn dan de breedte van de dekens.

Contactfomulier


 

Laat uw dak isoleren en renoveren en bespaar jaarlijks tot maar liefst 35 procent op stookkosten!

Comments are closed.